Anticonceptie

Anticonceptie na de bevalling

Alhoewel de meeste vrouwen niet gelijk aan seks denken na de bevalling, dus ook niet aan de anticonceptie. Is dit toch wel een belangrijk onderwerp om daar op tijd over na te denken. Want na de geboorte van je kindje ben je bijna vrijwel meteen weer vruchtbaar. Er zijn verschillende opties die je kan overwegen als het over anticonceptie gaat. De volgende opties zou je kunnen overwegen als je weer aan anticonceptie denkt.

Anticonceptie na de bevalling

In de eerste maanden van de zwangerschap zal je waarschijnlijk minder interesse in geslachtsgemeenschap hebben. Je zal het wel herkennen, je bent moe, je hebt last van gebroken nachten en je moet daarnaast natuurlijk ook nog herstellen van de bevalling. Je zal in de eerste tijd (en nog wel langer) wel volop gefocust zijn op je kindje, en natuurlijk ook op je relatie. Maar misschien is dit voor jou allemaal niet het geval, en heb je vrij snel alweer behoefte aan seks met je partner. Hoe dan ook raadt de verloskundige aan om de eerste weken te wachten zodat je lichaam zich goed kan herstellen. Maar wat er ook gebeurd, en wanneer dit dan ook is is het altijd verstandig om anticonceptie te gebruiken.

Kies de juiste anticonceptie

Op het gebied van anticonceptie is er natuurlijk het een en ander te vinden. Je zou je zelf vooraf enkele vragen kunnen stellen als:

  • Ga ik borstvoeding geven,
  • Willen we nog meerdere kinderen?
  • Wat voor tijd willen we tussen de kinderen in hebben?

Zo zullen er nog veel meer vragen door je hoofd kunnen gaan, maar als je kindje eenmaal op de wereld is, dan heb je wel andere dingen aan je hoofd. Daarom is het ook slim om tijdens de zwangerschap al goed over deze dingen na te denken. Ook is het goed om te weten dat je tijdens de borstvoeding gewoon zwanger kan worden, al zullen veel mensen misschien zeggen van niet. De kans is dan wel wat kleiner, maar het is zeker niet onmogelijk.

Vormen van anticonceptie

Het maakt niet uit of het hier om je eerste, tweede of derde kindje gaat. Na de geboorte zal er van alles veranderen. Jijzelf, je eventuele relatie, de situatie waar jij of jullie in zitten. Misschien wil je na de bevalling niet meer de zelfde anticonceptie gebruiken. Ook is het zo dat er gezinnen zijn die vinden dat ze compleet zijn en geen gezinsuitbreiding meer willen. In dit geval is sterilisatie een goede optie. Voor mensen die niet goed reageren op hormonen is de condoom een goede optie, of een koperspiraaltje. Hier onder zullen we nog enkele vormen bespreken. Je kan misschien aan de hand hier van al een idee hebben van wat je graag zou willen, en welke optie dus bij jou past. Let wel voor nog meer informatie kan je altijd de eigen huisarts raadplegen.

Minipil

De minipil remt je ovulatie en beïnvloedt het baarmoederslijm waardoor zaadcellen er nauwelijks doorheen kunnen zwemmen. De pil bevat geen oestrogeen, alleen progestageen en is daarom erg geschikt als anticonceptie tijdens borstvoeding. De minipil wordt daarom ook vaak de ‘borstvoedings pil’ genoemd. Het is belangrijk om te weten dat je geen stopweek hebt; je slikt hem door. Dit betekent dat je geen invloed kunt uitoefenen op de timing van je menstruatie. Bij sommige vrouwen verdwijnt deze zelfs.

Zes weken na de geboorte kun je beginnen met slikken. Na het stoppen met deze pil ben je vaak snel weer vruchtbaar.

Combinatiepil

Deze pil bevat zowel oestrogeen als progestageen en is niet geschikt om te slikken als je borstvoeding geeft. Er zijn varianten met synthetische of lichaamseigen hormonen en met een strip van 21 of 28 pillen, dus met of zonder stopweek. In de stopweek word je ongesteld. Als je ermee stopt, kun je snel weer vruchtbaar zijn.

Prikpil

De prikpil is een injectie met vrouwelijk geslachtshormoon (progestageen). Dat hormoon zorgt ervoor dat je niet zwanger wordt. Als  je de prik op tijd laat zetten, een redelijk betrouwbare vorm van anticonceptie. De huisarts dient hem om de drie maanden toe. Je menstrueert minder vaak en bij veel vrouwen houdt de menstruatie na een jaar helemaal op. Wil je na de bevalling beginnen met de prikpil, dan kan de injectie het best binnen vijf dagen na de geboorte van je baby worden gegeven. De werkzame stoffen in de prikpil kunnen via de moedermelk bij de baby terechtkomen, maar hebben geen schadelijk effect. Overigens kan het na het stoppen met deze vorm van anticonceptie erg lang duren voor je weer in verwachting raakt.

Anticonceptiepleister

De anticonceptiepleister werkt net als de combinatiepil: de pleister geeft een combinatie van hormonen af en verandert de hormonale balans van je lichaam zodat een eisprong uitblijft. Waarom een pleister in plaats van een pil? De anticonceptiepleister kan een handige optie zijn voor vrouwen die de pil vaak vergeten te nemen. Je plakt de pleister (waar dan ook op je lichaam, behalve op je borsten en bovenbenen) namelijk maar één keer per week, gedurende drie weken. Daarna las je een stopweek in, waarin je ongesteld wordt. Door de stopweek te verkorten, kun je je menstruatiecyclus verschuiven. Als je de stopweek niet korter, maar langer dan een week maakt, werkt de pleister niet meer als anticonceptiemethode.

Hormoonstaafje

Een arts brengt het hormoonstaafje vlak onder de huid aan de binnenkant van je bovenarm in. Het staafje bevat voldoende van het progestageenhormoon etonogestrel voor drie jaar. Na die drie jaar wordt er onder plaatselijke verdoving een klein sneetje gemaakt om het staafje eruit te halen. Na het verwijderen ervan ben je direct weer vruchtbaar. De kleine hoeveelheid hormonen die steeds wordt afgegeven, komt via de moedermelk bij je baby terecht. Volgens onderzoek heeft dit in ieder geval tot de leeftijd van drie jaar geen schadelijk effect heeft op je kind. Je cyclus kan met deze anticonceptiemethode veranderen. Bij sommige vrouwen worden de menstruaties minder of verdwijnen ze zelfs, maar bij anderen worden de bloedingen juist langer en heviger.

Nuvaring

De anticonceptiering is een hormonale vorm van anticonceptie en werkt in die zin hetzelfde als de pil; de eisprong wordt geremd. Het verschil is dat de hormonen, progestageen en oestrogeen, gelijkmatig in je bloed worden opgenomen. De ring breng je zelf, net als een tampon, in je vagina in; je hoeft er niet voor naar je huisarts. Na drie weken haal je ‘m eruit en heb je een stopweek waarin je ongesteld wordt. Daarna breng je een nieuwe ring in. Zo’n ring beschermt je een maand lang tegen zwangerschap, ook in de vierde week waarin je dus de ring niet meer draagt. Door de stopweek te verkorten (niet verlengen!), kun je je menstruatiecyclus bijsturen. Net als bij de combinatiepil wordt deze vorm van anticonceptie afgeraden zolang je borstvoeding geeft.

Koperspiraal

Laten we even met de deur in huis vallen met de mindere kanten van deze anticonceptiemethode, het koperspiraaltje is namelijk steeds minder populair: de plaatsing ervan in je baarmoeder door de huisarts kan behoorlijk pijnlijk zijn en ook je menstruatie kan de eerste maanden na plaatsing pijnlijker en heviger zijn dan normaal. Ook kun je buikkrampen, rugpijn en tussentijdse bloedingen ervaren. Toch kan het voor vrouwen die niet goed reageren op hormonen een uitkomst zijn. De koperspiraal heeft vaak de vorm van een ‘T’ of een anker. Om een van de pootjes zit een hoeveelheid koper waardoor het baarmoederslijmvlies geïrriteerd raakt en zaadcellen inactief worden. De kans op zwangerschap is bij het koperspiraaltje iets groter dan bij de pil, maar het is nog altijd een betrouwbaar middel. En na het inbrengen (niet eerder dan zes weken na de bevalling, omdat je baarmoeder eerst moet herstellen en krimpen) hoef je vijf tot tien jaar nergens aan te denken.

Hormoonspiraal

Het hormoonspiraaltje is duidelijk populairder dan de koperspiraal. Ook hiervoor geldt dat je minimaal zes weken na je bevalling moet wachten met het laten inbrengen ervan. Daarna hoef je er vijf jaar niet meer aan te denken. De hormoonspiraal geeft in de baarmoeder in kleine doses hormonen af. Ter vergelijking: met de pil komen er zestig tot honderd keer meer hormonen in je bloedbaan terecht. Omdat het spiraaltje plaatselijk werkt, komt er maar een kleine hoeveelheid hormonen in de moedermelk. Deze hoeveelheid is niet schadelijk voor de baby. Net als de pil bevat dit spiraaltje levonorgestrel. Dit hormoon zorgt ervoor dat het baarmoederslijmvlies in een rustfase komt, zodat het niet meer reageert op oestrogeen. Daardoor wordt het baarmoederslijmvlies niet meer opgebouwd en zijn de bloedingen veel korter en lichter, en ook minder pijnlijk. Na een jaar heeft ongeveer 75% van de vrouwen maar twee dagen licht bloedverlies en heeft 20% helemaal geen bloedverlies meer. Ook zorgt het hormoon ervoor dat het slijm in de baarmoederhals taaier en dikker wordt. Daardoor kunnen de zaadcellen moeilijk in de baarmoeder doordringen. De betrouwbaarheid op het gebied van anticonceptie is vergelijkbaar met sterilisatie.

Barrièremethode 1: condoom

De barrièremethode dankt zijn naam natuurlijk aan het feit dat er letterlijk een barrière wordt opgeworpen zodat zaadcellen niet de baarmoeder kunnen bereiken. Het condoom, zowel de mannen- als de vrouwenvariant, kun je vrijwel direct na de bevalling gebruiken. Het condoom, de enige vorm van anticonceptie die ook beschermt tegen seksueel overdraagbare aandoeningen, kan ook een overbrugging zijn naar een andere anticonceptiemethode.

Barrièremethode 2: pessarium

Het pessarium is een rubberen, rond vlies dat de baarmoedermond afsluit. Je brengt het zelf in, voordat je seks hebt, maar het wordt aangemeten door je huisarts. Je gebruikt deze anticonceptiemethode in combinatie met een zaaddodend middel. Na de seks moet je het nog een uurtje of zes laten zitten voor je het verwijdert. Het pessarium is niet bepaald populair; minder dan 1% van de Nederlandse vrouwen gebruikt het.

Sterilisatie

Sterilisatie is uiteraard de meest effectieve manier van anticonceptie, maar het is ook de meest extreme vorm ervan. Sterilisatie is definitief, je wordt blijvend onvruchtbaar – met uitzondering van de enkeling die tóch zwanger raakt.

Borstvoeding en vruchtbaarheid

Het is een fabel dat je niet zwanger kunt raken zolang je borstvoeding geeft. Wel is de kans op een zwangerschap minder groot bij borstvoeding: doordat je baby aan de borst zuigt, wordt de aanmaak van het hormoon gonadotropinen (GnRH) uitgeschakeld. Dit hormoon brengt de werking van de eierstokken weer op gang.Als je exclusief borstvoeding geeft, volledig op verzoek voedt en nog niet menstrueert, zou je in principe de eerste zes maanden amper vruchtbaar zijn. De kans om zwanger te raken is dan minder dan 2%, maar toch echt niet nul. Vooral nachtvoedingen lijken een rol te spelen bij het wegblijven van een cyclus.

Let op: je cyclus kan elk moment terugkomen en meestal heb je een eisprong vóórdat je weer voor het eerst ongesteld wordt. Gebruik je geen anticonceptie, dan kan het dus al vóór je eerste menstruatie raak zijn. Begin daarom vier tot zes weken na de bevalling met anticonceptie. De pil in combinatie met borstvoeding wordt afgeraden.

Flesvoeding en vruchtbaarheid

Doordat je lichaam bij het geven van flesvoeding geen prikkel krijgt van het zogen, komt de menstruatiecyclus bij de meeste vrouwen die kunstvoeding geven sneller op gang. Wil je de kans op zwangerschap verkleinen, dan kun je het best twee weken na de bevalling met anticonceptie te beginnen.