Uitwendige versie

Uitwendige versie

Als jullie baby in een stuit ligt, dan kan het zo zijn dat je verloskundige een poging gaat doen om jullie kindje te draaien. De verloskundige zal dit altijd alleen maar doen als zij hier voor is opgeleid. Want het is natuurlijk altijd erg fijn als jullie kindje in een hoofdligging ligt.

Wanneer wordt een uitwendige versie gedaan?

Als er voldoende vruchtwater is, dan is tot zo ongeveer 36-37 weken draaien mogelijk. Voor die tijd heeft je kindje zelf nog alle mogelijkheden om te draaien. Tijdens de gehele zwangerschap zal je merken dat je kindje steeds anders kan liggen, en dit is ook helemaal niet erg. Gemiddeld rond de 30 weken liggen de meeste kindjes al klaar, met het hoofdje naar beneden. En kwart van de kinderen zal nog in een stuit liggen. Vanaf de 37 weken neemt dit af naar nog maar een heel klein deel van de kinderen.

Hoe gaat een uitwendige versie?

Heel erg belangrijk is dat je je blaas helemaal leeg hebt gemaakt voordat de uitwendige versie gedaan word.

Je ligt op de onderzoeksbank in een ontspannen houding met opgetrokken knieën. De verloskundige omvat met beide handen de billen van de baby en brengt deze naar één kant van het bekken. Daarna wordt de baby met één hand op deze plaats gehouden en met de andere hand wordt het hoofd naar beneden bewogen. Door de billen omhoog en het hoofd langzaam naar beneden te bewegen, zal de baby meestal zelf verder draaien.

Echo voorafgaand aan de uitwendige versie

Uiteraard zal er voordat de verloskundige begint een echo gemaakt worden om te bepalen of een uitwendige versie uitvoerbaar en zinvol is. Er word gekeken naar de ligging van het kindje, de hoeveelheid vruchtwater wat er in de baarmoeder zit, de ligging van de placenta en naar eventuele aangeboren afwijkingen. Meestal s er geen probleem voor een uitwendige versie.

Wie voert de uitwendige versie uit?

Afhankelijk van de situatie in jouw regio zal jouw verloskundige zelf de versie uitvoeren. Zij kan je ook verwijzen naar een andere verloskundige of naar de gynaecoloog. Deze verloskundige of gynaecoloog heeft veel ervaring met uitwendige versies.

Kans op succes

De kans dat de uitwendige versie slaagt ligt gemiddeld tussen de 40 en 50 procent. Als je eerder zwanger bent geweest en dus bevallen is de kans meer dan 50 procent.
De kans op succes is afhankelijk van onder anderen:

De duur van de zwangerschap: naarmate de zwangerschap verder gevorderd is, is de kans groter dat bij een gelukte versie het kind in hoofdligging blijft liggen en niet terugdraait.
De hoeveelheid vruchtwater: bij voldoende vruchtwater is het draaien makkelijker.
De ligging van de placenta: het is gunstig als de placenta tegen de achterkant van de baarmoeder ligt.
De buikwand: een soepele buikwand maakt het draaien makkelijker.

Als de versie gelukt is, blijf je voor de verdere controle van je zwangerschap bij de verloskundige en heb je dus de keus om thuis of poliklinisch te bevallen.

Als de versie niet is gelukt of als de baby weer terugdraait, kan de versiepoging herhaald worden. Blijft de baby in stuitligging, dan controleert de gynaecoloog het verdere verloop van je zwangerschap en vindt de bevalling plaats in het ziekenhuis gynaecoloog onderzoekt of een natuurlijke stuitbevalling veilig is. Als dat niet zo is besluit de gynaecoloog om medische redenen tot een keizersnede.