Incontinentie in zwangerschap

Incontinentie tijdens de zwangerschap

De bekkenbodem ondersteunt alle organen in je onderbuik, de blaas en de baarmoeder en uiteraard de darmen. Tijdens de zwangerschap word de bekkenbodem slapper en door de bevalling rekt deze zo ver uit dat dit regelmatig voor problemen kan zorgen.

Tussen de 50 en 70 procent van de vrouwen hebben aan het einde van de zwangerschap of als ze pas bevallen zijn last van incontinentie. Dit zal over het algemeen weer spontaan over gaan, maar een klein deel van de vrouwen kan hier langdurig last van blijven houden. Hier voor zijn er gelukkig weer oefeningen om alles weer sterker te maken en te herstellen.

Welke vormen van incontinentie zijn er?

Stress-incontinentie: Deze ontstaat wanneer de druk op je blaas, dus de druk die in je buik heerst, groter is dan de druk die de bekkenbodemspieren kunnen dragen. Bij deze vorm hebben de meeste vrouwen in rust geen last van urine verlies. Bij bewegen, druk verhogende activiteiten zoals:

Hoesten, Niezen, Springen, Hardlopen, Lachen en bijvoorbeeld bukken ontstaat er urine verlies. Zoals al eerder werd geschreven, neemt de buikdruk nog meer toe bij zware lichamelijke arbeid zoals b.v. tillen en dragen. Tijdens deze activiteiten is het advies om van tevoren de bekkenbodemspier aan te spannen en goed door te blijven ademen. Deze vorm van incontinentie komt het vaakst voor in de zwangerschap of na de bevalling.

Urge-incontinentie/overactieve blaas: Er is sprake van een blaas die overactief in werking is. Je kunt je plas bijna niet ophouden, en moet dan ook maken dat je bij de toilet komt. Er is dus geen sprake van een verhoogde druk door hoesten of lachen. Je voelt dat je moet plassen, maar voordat je het toilet hebt bereikt plas je al. Je kunt het niet ophouden. Urge incontinentie wordt veroorzaakt door een overprikkelde blaaswand. Bij de minste of geringste vulling van de blaas treedt er een plasreflex op. Een overactieve blaas kan worden veroorzaakt door een te gespannen bekkenbodem en door veelvuldig persen tijdens het plassen.

Overloopincontinentie: Er is sprake van overloop incontinentie als je niet voelt dat je blaas vol is. Je krijgt geen prikkel om te plassen en de blaas wordt te vol. Als de blaas uiteindelijk zo vol is dat hij niet meer kan uitrekken verlies je zomaar urine, vaak in druppeltjes. Je verliest dus niet ineens een grote plas. Dit soort incontinentie kan ontstaan na een gynaecologische operatie, maar ook na een langdurige baring kan vochtophoping in de plasbuis ervoor zorgen dat overloop incontinentie optreedt.

Echte-incontinentie: Bij echte-incontinentie is er sprake van een lek in de blaas of in de plasbuis, waardoor er continue urine verlies optreedt. Het kan ontstaan na een operatie, bij een mechanische ingreep tijdens de bevalling als een tangverlossing, maar ook bij een zeer langdurige uitdrijving (zeer zeldzaam).

Fecale incontinentie: Het ongewild verliezen van ontlasting of windjes niet op kunnen houden. Deze vorm van incontinentie kan worden veroorzaakt door een totaalruptuur, maar ook door een “normale” bevalling waarbij zichtbaar geen schade is veroorzaakt aan de kringspier. Ook fistels kunnen een oorzaak zijn van fecale incontinentie.

Bekkenbodem therapie helpt

Stress-, urge- en fecale incontinentie zijn vaak te verhelpen door bekkenbodem therapie. Deze therapie wordt gegeven door een gespecialiseerde fysiotherapeut. Check voor je een afspraak maakt bij een fysio daarom altijd of hij/zij gespecialiseerd is in bekkenbodem therapie. Je hebt geen verwijzing van je huisarts nodig om naar de fysio te gaan. Als je aanvullend verzekerd bent worden de kosten vergoed afhankelijk van het pakket wat je hebt afgesloten voor fysiotherapie.