Van baby gebrabbel tot zinnetjes….
Inhoudsopgave
Zeg het maar
Het leren praten van uw kind gaat vaak bijna vanzelf. Soms gaat het leren praten niet zo vlot. Eén op de vijf kinderen op de basisschool start met een taalachterstand. Die achterstand is moeilijk in te halen en kinderen kunnen daar de rest van hun leven last van hebben. Ze krijgen dan problemen met leren, met het uiten van gevoelens, met het maken van contact, enz. Bekijk onze tips en adviezen om uw kind te helpen met leren praten.
Het praten van uw kind
Doordat uw kind mensen om zich heen hoort praten over dagelijkse dingen, gaat hij/zij de taal steeds beter begrijpen. Betrek uw kind in gesprekken, want uiteindelijk zal uw kind iets terug gaan zeggen. Als ouder kunt u een belangrijke bijdrage leveren aan de taalontwikkeling van uw kind.
Het is belangrijk dat u vanaf de geboorte met uw kind praat; spreek de taal waarin u zich het best kunt uitdrukken. Jonge kinderen zijn in staat meer dan één taal tegelijk te leren. De manier die gekozen wordt om meer dan één taal aan te bieden, kan per gezin verschillen. De taalontwikkeling verloopt in elke taal op dezelfde wijze.
Het eerste huilen en de eerste keuvelgeluidjes van een kind komen vanzelf. Alle kinderen over de hele wereld maken daarbij dezelfde geluidjes. Deze geluidjes gaan langzamerhand steeds meer op de eigen taal lijken. Een kind neemt namelijk de klanken over van mensen die veel met hem/haar praten. De reacties vanuit de omgeving zijn dus erg belangrijk voor de ontwikkeling van het spreken. Het kind gaat steeds meer geluiden, klanken en woordjes die het hoort, nadoen. Vanuit dit nadoen ontwikkelt zich tenslotte het spreken.
Taal en spraak bij kinderen van 0 tot 12 maanden
Bij sommige kinderen komt het praten vlot op gang, bij anderen duurt het wat langer. Leren praten is net als leren lopen: het ene kind leert het sneller dan het andere en het gaat met vallen en opstaan.
Het aantal verschillende geluiden neemt in de loop van de maanden toe. Op de leeftijd van negen à tien maanden maken kinderen geluiden die steeds meer lijken op spraakklanken. Het herhalen van dezelfde klanken noemen we brabbelen.
ba-ba-ba-ba
mmm-mmm-mmm-mmm
gûh-gûh-gûh-gûh
ta-ta-ta-ta
Rond de eerste verjaardag begint bij de meeste kinderen het gebrabbel op echte woordjes te lijken. Ze vertellen je zo hele ‘verhalen’.
Taal en spraak bij kinderen van 12 tot 18 maanden
Vanaf deze leeftijd begrijpen kinderen zinnetjes met twee woorden.
Poes aaien?
Papa weg?
Bal rollen?
Ook kunnen ze één of meer lichaamsdelen aanwijzen. Je hoort veel en gevarieerd brabbelen met af en toe een herkenbaar woord.
Tips voor ouders van kinderen van 0 tot 18 maanden
- In deze periode begint uw kind zich te richten op geluiden en leert de
geluiden van elkaar te onderscheiden. Maak uw kind attent op geluiden met
behulp van speelgoed dat geluid maakt of door ‘gekke’ geluidjes te maken. - Herhaal geluiden die uw kind uit zichzelf maakt. Kijk uw kind daarbij aan
en lach tegen uw kind. Zo stimuleert u dat uw kind u nadoet en de eigen
stem ontdekt. - Praat tegen uw kind, terwijl u met hem/haar bezig bent. Maak daarbij
korte, eenvoudige, maar goede zinnen, zoals:
Dag, schat!
Heb je lekker geslapen?
Kom maar.
Gaan we lekker eten? - Zing eenvoudige wiegeliedjes en kinderversjes met uw kind. Neem uw kind
op schoot en kijk elkaar aan. Maak de bewegingen die bij het versje of
liedje horen - In een rustige omgeving herkent uw kind eerder geluiden en woordjes. Achtergrondgeluiden van bijvoorbeeld de televisie of de radio leiden af.
Taal en spraak bij kinderen van 18 tot 24 maanden
Uw kind gaat de wereld om zich heen echt ontdekken en gaat leren dat alles een naam heeft. Tegelijkertijd kan hij/zij steeds meer woordjes begrijpen en zeggen, maar nog niet alle klanken goed uitspreken. Een tweejarig kind zegt minimaal vijf tot tien woordjes. Eén enkel woord kan verschillende betekenissen hebben (één-woordzinnen).
Bijvoorbeeld: een kind zegt ete. Dit kan betekenen:
Ik wil eten.
De poes gaat eten.
Mama eet.
Bron: GGD