De motoriek van een baby: dit leren ze het eerste jaar
De motorische ontwikkeling van een baby in het eerste jaar omvat verschillende mijlpalen. In de eerste maand zijn er reflexmatige bewegingen en focus op zuigen en slikken. Tijdens de tweede en derde maand ontwikkelen zich nekspieren en hand-oogcoördinatie. De vierde tot zesde maand brengt rollen, zitten en interactie met speelgoed. De zevende tot negende maand omvat zelfstandig zitten, kruipen en staan. Ten slotte begint het kind in de tiende tot twaalfde maand met lopen met hulp en wordt actiever in spelen en ontdekken. Motorische groei is een essentieel onderdeel van het eerste levensjaar van een baby.
Inhoudsopgave
Wanneer je bent bevallen van je pasgeboren baby, dan is het natuurlijk goed dat hij of zij langzamerhand de motorische vaardigheden onder de knie krijgt. Toch is dit voor een baby natuurlijk lastig en is er hulp bij nodig. Er zijn wel bepaalde richtlijnen wat je baby moet kunnen in het eerste levensjaar. Daarom is het goed om daar even naar te kijken, zodat jullie samen de groei van je kind kunnen stimuleren. Hieronder lees je precies hoe je kind motorisch kan groeien in het eerste levensjaar.
Motorische ontwikkeling in de eerste maand
De eerste maand van je kind is aangebroken, het is natuurlijk heel erg wennen dat je kind bij je thuis is de eerste maand. Toch maakt je kind veel ontwikkelingen door in de eerste maand. Zo begint het met reflexmatige bewegingen. Je kind krijgt veel meer reflexen en dat is een leuke ontwikkeling om te zien. Daarnaast kan je kind in de eerste maand ook beperkte controle bewaren over de spieren. Op die manier kan het zijn dat ze steeds beter begrijpen hoe ze bepaalde lichaamsdelen moeten gebruiken.
Het eerste wat een kind laat zien na een bevalling is de focus op het zuigen en het slikken. Kinderen moeten natuurlijk vanaf het begin weten hoe ze moeten zuigen en hoe ze moeten slikken. Op die manier kunnen ze met gemak drinken bij hun moeder en zit alles weer goed.
Motorische ontwikkeling in de tweede en derde maand
Als de eerste maand voorbij is, dan kun je met gemak verder kijken. Zo krijgt het kind meer spieren rondom de nek, waardoor het kind gemakkelijk controle heeft over het hoofd. Zo kan het kind steeds beter op de buik liggen met het hoofd omhoog. Daarnaast ontwikkelt de baby zijn of haar grijpreflex in combinatie met hand-oogcoördinatie. Wat hij of zij ziet kan het ook proberen te pakken. Dit kan gaan om een knuffel, de fles of je hand. Op die manier kun je je kind stimuleren om attributen te pakken en vast te houden. Daarnaast kun je ook sommige oefeningen doen om de nekspieren van je kind te versterken, zodat hij of zij op die manier sneller sterker wordt.
Motorische ontwikkeling in de vierde tot zesde maand
In de volgende maanden gaat het snel vooruit. Zo kan de baby op dit moment rollen, van rug naar buik, maar natuurlijk ook andersom. Verder kan je het kind stimuleren om te zitten, natuurlijk wel met ondersteuning. Verder is het ook van belang dat je bij je kind blijft, aangezien ze nu een stuk beweeglijker worden. Daarnaast kan je baby nu ook interacteren met knuffels en ander speelgoed. Ze kunnen er zelfs naar toe kruipen om op die manier zichzelf voort te bewegen.
Motorische ontwikkeling in de zevende tot negende maand
Op een gegeven moment komt er een tijd waarin je baby zelfstandig kan gaan zitten, zonder dat jouw hulp nog langer nodig is. Baby’s groeien in het eerste jaar heel snel en ook dit is weer een mijlpaal. Daarnaast kan je kind nu veel gemakkelijker kruipen en tijgeren, zodat ze bepaalde attributen in huis kunnen pakken. Verder kun je nu ook langzamerhand beginnen met het staan. Zo kun je met ondersteuning je kind beetpakken om spieren in de benen te stimuleren.
Motorische ontwikkeling in de tiende tot twaalfde maand
Als laatste kan je baby, als het goed is, aan het einde van het eerste levensjaar beginnen met stappen en wellicht al lopen met hulp. Ook kun je dit natuurlijk goed stimuleren en dat is ook alleen maar goed om te doen. Daarnaast wil je kind actiever spelen en kunnen ze zelf op ontdekkingstocht. Je merkt dat in de laatste maanden de motoriek aanzienlijk wordt verbeterd en dit kan natuurlijk alleen maar positief uitpakken voor het verdere leven.
Veelgestelde vragen over de motoriek van je baby in het eerste levensjaar
Enkele vroege tekenen zijn het grijpreflex, hoofdcontrole en de mogelijkheid om de handen naar het gezicht te brengen.
Baby’s beginnen meestal met rollen van buik naar rug rond de vierde tot zesde maand en van rug naar buik tussen de vijfde en zevende maand.
Tummy time is een geweldige manier om de nekspieren van een baby te versterken. Leg de baby regelmatig op zijn buik terwijl hij wakker is en onder toezicht staat.
Baby’s beginnen meestal met zitten met ondersteuning rond de vierde tot zesde maand en kunnen zelfstandig zitten tussen de zevende en negende maand.
De eerste tekenen van kruipen zijn meestal tijgeren en schuiven op de buik, meestal rond de zevende maand.
Baby’s zetten meestal hun eerste stappen met hulp ergens tussen de tiende en twaalfde maand. Het kan echter variëren.
Geef uw baby veilig speelgoed om vast te pakken en te manipuleren, en moedig activiteiten aan die de hand-oogcoördinatie bevorderen, zoals het aanbieden van grijpbare objecten.
Het is belangrijk om met de kinderarts te praten als u zich zorgen maakt over de motorische ontwikkeling van uw baby. Vroege interventie kan nuttig zijn als er vertragingen zijn.
Omgevingsfactoren, zoals voldoende speeltijd, stimulerende omgevingen en interactie met verzorgers, kunnen de motorische ontwikkeling positief beïnvloeden.
Ja, elk kind ontwikkelt zich op zijn eigen tempo. Er is variabiliteit in de timing van mijlpalen, en wat belangrijk is, is dat de ontwikkeling gestaag en gezond verloopt. Raadpleeg uw kinderarts als u zich zorgen maakt.